De Stichting Fokken voor Levensduur (SFL *) pleit voor een aanpassing van het fokdoel voor een betere inpassing in de verbrede doelstellingen van de sector. Het fokdoel zal in de loop van dit jaar worden geactualiseerd en heeft gevolgen voor de komende 10 tot 15 jaar. Als de fokdoelen niet aansluiten bij de ontwikkelingen in de sector wordt volgens SFL een belangrijke kans gemist.
De Nederlandse ruwvoerkoe als fokdoel
Er is een groeiende zorg over de toenemende productieverhoging en de spanning die dat oplevert met de gezondheid en levensduur van ons melkvee. Levensduur is voor steeds meer melkveehouders een belangrijk punt van aandacht, naast de wens om met een betere efficiëntie in de kringloop de verliezen te verminderen met behoud van economisch rendement. De melkveehouderij zal zich de komende jaren nog meer gaan richten op deze combinatie van gezondheid, levensduur, efficiëntie en het sluiten van de kringloop. Weiden en het maximaal benutten van de op eigen grond geteelde ruwvoeders vormen daarbij een centraal thema dat helpt de aanvoer van (krachtvoer)grondstoffen van buiten de bedrijfskringloop te verminderen. Dit sluit aan bij het streven naar een circulaire landbouw en een lagere afhankelijkheid van de aanvoer van buitenaf, zoals eiwitbronnen. Kortom, een meer evenwichtig en duurzaam productiesysteem.
Speerpunten voor de fokkerij
De fokkerij zou zich bij de herformulering van de fokdoelen moeten richten op het fokken van een koe die zich onderscheidt door het vermogen veel ruwvoer efficiënt om te zetten in melk. En die tegelijkertijd op basis van een goede gezondheid en functionaliteit een lange levensduur behaalt. SFL denkt daarbij aan kenmerken als graas- en vreetgedag, ruwvoerefficiëntie, persistentie en laatrijpheid en een betere bestendigheid tegen wisselende omstandigheden. Dit alles vraagt een daarop afgestemde functionele bouw die een ander type koe zal opleveren.
Onderzoek
Hoewel er al veel bekend is zal een fokkerijstrategie voor een voor Nederland geschikte “ruwvoerkoe” nog het nodige aan onderzoek vragen, willen betrouwbare fokwaarden en kenmerken ontwikkeld kunnen worden. Zo zal er bij de voerefficiëntie onderscheid gemaakt moeten worden in ruwvoerefficiëntie en krachtvoerefficiëntie. Daarnaast zal onderzoek naar de technologische mogelijkheden zoals sensoren voor het meteen van graas- en vreetgedrag, voeropname en verwerking de ontwikkelingen kunnen versnellen.
SFL wil de discussie over de verbrede fokdoelen mede vorm en inhoud geven.